Leitmotief

 

Mensen helpen is steeds mijn leidraad geweest bij het benaderen van een voorgelegde situatie.  Mensen worden  in verwarring gebracht wanneer hun als rechtmatig ervaren belang niet blijkt te stroken met de juridische vertaling van hun probleem. De nood is het hoogst zo daarbij een onherstelbaar verlies dreigt  of een (zaken)relatie van een onevenwicht  of toevalligheid gebruik  wil maken om een onevenredig voordeel te bekomen.

Mensen “in nood” verdienen geholpen te worden op een wijze die hen niet in een nieuwe spiraal van ontgoochelingen voert. Een helpende hand reiken zonder de (bij)bedoeling de toestand waarin de persoon zich bevindt te gebruiken om daaraan een onredelijk prijskaartje te hangen, zo moreel als materieel. Helpen betekent in deze context partijen begeleiden in de ontrafeling en oplossing van hun conflict zonder hun zeggenschap erover uit handen te nemen. Daarin ligt immers het essentiële verschil tussen bemiddeling en andere vormen van geschillenbeslechting, zoals bijvoorbeeld de klassieke rechtsgang voor de rechtbanken.

Rechten die in wederzijds respect en met gematigdheid worden uitgeoefend, worden niet als recht of onrecht, maar juist en rechtvaardig ervaren. Wanneer men niet meer tracht te nemen dan wat hem of haar toekomt, er geen profijt gezocht wordt ten nadele van de ander, wordt een toestand van evenwicht bekomen waarbij elke betrokkene te winnen heeft. Deze ervaring brengt rust en vertrouwen, welke een basis bieden tot verdere ontplooiing en genoegdoening.

Vertrouwen geven en krijgen, is de basis voor een gedegen hulp. Wanneer het vertrouwen tussen partijen hersteld geraakt, zal de weg naar een oplossing zich openen.

Een bemiddelaar zijn, die partijen vertrouwen geeft en laat (her)krijgen in elkaar is mijn hoogste betrachting, omdat “mensen in nood” de beste zorgen verdienen.